In gesprek over inclusieve arbeid | Nik van Hoogstraten
1499
post-template-default,single,single-post,postid-1499,single-format-gallery,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-10.1.1,wpb-js-composer js-comp-ver-5.0.1,vc_responsive

In gesprek over inclusieve arbeid

Dinsdagmiddag 27 november was het zover. Een hele middag samen vertoeven op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Centraal stond het in met elkaar in gesprek zijn over de inclusieve samenleving. Dit spitsten we toe op inclusieve arbeid.

 

Doel van deze middag was met elkaar in gesprek gaan zodat de vaak nog stigmatiserende beeldvorming iets wordt bijgesteld waardoor samenwerking op gang kan komen. Samenwerking bijvoorbeeld in het opstellen, bijstellen en afstemmen van beleid dat inclusieve arbeid dichterbij brengt. Dan is de stem van jongeren met een Niet Aangeboren Hersenletsel bijvoorbeeld ook onmisbaar. Niet praten over elkaar, maar met elkaar.

En zo kwamen er allerlei belangrijke onderwerpen aan bod: arbeid en inclusie, de Participatiewet, de quotumwet, doelgroepenregister, job creation, de complexiteit van regelgeving en de uitvoering ervan én kritische en inspirerende inbreng vanuit ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid.

 

Wie is we?

Op deze middag waren 12 jongeren met een Niet Aangeboren Hersenletsel (ondersteund door de Edwin van der Sar Foundation), 20 studenten van de minor Gehandicaptenzorg: inclusiegericht samen werken met mensen met een verstandelijke beperking(Hogeschool Utrecht) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat onder meer werd vertegenwoordigd door Nik van Hoogstraten (ervaringsdeskundige ambassadeur bij het ministerie SZW) bijeen. We brachten deze middag het principe van ‘niets over ons, zonder ons’ in de praktijk.

 

 

Gevarieerde middag

Deze gevarieerde middag begon met een hartelijk welkom en een goed verzorgde lunch waarin de studenten van de Hogeschool Utrecht en de jongeren met een Niet Aangeboren Hersenletsel meteen mixed conversationsvoerden – door elkaar gaan zitten in kleine lunchgroepjes en met elkaar in gesprek gaan. Daarna ging de middag verder met inspirerende ontmoetingen, het indrukwekkende levensverhaal van Nik van Hoogstraten, in gesprek en discussie met elkaar inclusief enkele vertegenwoordigers van het ministerie (Rolf KrooshofBestuursondersteuningbij het ministerie van SZW en Kathleen den Hartog, adviseur baanafspraak binnen SZW), een rondleiding door het hele ministeriegebouw en tot slot ruim een half uur gesprek met staatssecretaris van SZW, Tamara van Ark.

 

Van zwakzinnig naar rijksambtenaar

Nik van Hoogstraten sprak vanuit zijn functie als ambassadeur en werknemer bij het ministerie, zelfstandig ondernemer en als ervaringsdeskundige met een Niet Aangeboren Hersenletsel. “Ik vind kruisbestuiving belangrijk. In dit geval tussen de studenten (toekomstige professionals), overheid en jongeren met een beperking. Ik heb gemerkt dat samen zo’n middag organiseren goed werkt. Kruisbestuiving ontstaat niet vanzelf. Ik probeer dit op gang te brengen door mijn persoonlijk verhaal te delen, anderen daarmee te inspireren en het te verbinden met een bredere discussie. Dat gebeurde deze keer met Kathleen den Hartog enRolf Krooshof. Als ambassadeur heb ik een belangrijke rol om deze ontmoetingen en wisselwerking voor elkaar te krijgen.”

 

Als je ziet waar ik vroeger werd neergezet en waar ik nu sta, dan kan ik dat in een oneliner samenvatten: ‘Van zwakzinnig naar rijksambtenaar.’ Want zo is mijn levensverhaal tot nog toe verlopen.

Michael Vallen vertelt iets over hoe Edwin van de Sar Foundation bijdraagt aan (weer) deelnemen en de samenleving en het participatie project De Class van de Edwin van der Sar Foundation. Op de middag zelf: De jongeren waren kritisch met hun vragen en dat leverde discussie op.

 

Onzekerheid is vaak het grootste obstakel

Kathleen den Hartog enRolf Krooshof spraken over het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid en de quotumwet, de uitdaging om binnen Het Rijk en ook binnen SZW te voldoen aan de ambities uit die wet en over job creation; het creëren van betekenisvolle reguliere banen voor mensen met een beperking. Alles bij elkaar is dat niet makkelijk, maar op een gegeven moment kom je ook tot de conclusie dat het ook een kwestie is ‘van gewoon doen’. Kathleen den Hartog voegde er in de discussie aan toe dat ook bij mensen zelf een uitdaging ligt, namelijk de kracht vinden om over je eigen onzekerheden heen te stappen en niet toegeven aan beperkende gedachten.

 

Tegengas geven

Tijdens de rondleiding door het ministeriegebouw troffen we tevens staatssecretaris Tamara van Ark. Ze nam de tijd om ons allen te woord te staan, vragen te beantwoorden en zelf een klein inkijkje te geven in hoe zij samen met het ministerie en werkgevers in Nederland inclusieve arbeid een stap verder te krijgen. Daarin ervaart ze naar eigen zeggen ook enkele belemmeringen: “Grootste obstakels [in het bevorderen van inclusieve arbeidsparticipatie] zijn bureaucratie en elkaar niet kennen.”

Inclusieve arbeid is niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid. Ook sociaal werkers hebben hierin iets te betekenen (de studenten die mee waren op deze middag). Op de vraag wat de staatssecretaris zou verwachten van sociaal werkers die in de praktijk werken met mensen met een beperking en ondersteuning bieden bij het bevorderen van kwaliteit van bestaan, en dat ook met betrekking tot werk: “Tegengas geven”[kritisch meedenken en soms tegendenken in beleid of regelgeving].

 

 

Op de foto met 12 jongeren, Nik van Hoogstraten, studenten minor Gehandicaptenzorg: inclusiegericht samenwerken, Edwin van der Sar Foundation en Staatssecretaris Tamara van Ark

 

Auteurs: Jeroen Knevel, Nik van Hoogstraten, Michael Vallen